Vakantie Faeröer en IJsland
Geplaatst: 23.07.2018 - 10:48
Goedemorgen,
sinds een week terug van vakantie in de Faeröer (FO) en IJsland. Wel met de eigen auto gegaan. Eerst vanuit Sassenheim naar Hirtshals. Op de heenweg, omdat we op zaterdag om half drie moesten inschepen en ivm de te verwachten drukte op de A7 bij Hamburg, in twee keer gereden. Vrijdag op het gemakkie om half elf van huis weggereden en overnacht in een klein plaatsje bij Aabenra in Zuid-Denemarken. De volgende ochtend om een uur of tien na het ontbijt lekker binnendoor naar Hirtshals gereden. Ruim op tijd voor het inschepen. Uiterst ruime veerboot en absoluut niet druk. Omdat het veer niet doorging naar IJsland, maar vanaf de FO meteen weer terug naar Denemarken ging, was er bij het inschepen geen verschil tussen IJslandgangers en FO-gangers. De boot die op dinsdag vertrekt gaat wel door naar IJsland en dan gaan de FO-gangers als laatste de boot op. De boot is geen rollon-rolloff. Dus bij het ontschepen een hoop gekeer en gedraai en rondrijden. Schitterend om te zien hoe de logistiek op zo'n groot schip werkt.
Na een nacht en een dag varen kwamen we om 23.30 uur aan op de FO. Halfuurtje rijden naar het guesthouse en meteen slapen. De overtocht was trouwens heel rustig qua weer. Maar wat een zit zeg, zo'n boottocht. Echt uitzitten. Anderhalf uur voor de aankomst moet je je hut uit, omdat dan de schoonmaakploeg aan de gang gaat. Gaat ook heel efficiënt.
OP de FO was het weer echt slecht. Van de vier dagen dat we er waren drie dagen regen, alleen de dag van vertrek was het mooi weer. Wel de gelegenheid gehad om Torshavn te bekijken. Leuk dorpje. Voor de rest zijn we op veel eilanden geweest, voor zover die met een tunnel zijn verbonden. Met een veer om even naar een ander eiland te gaan, ging me te ver. Wat me overigens verbaasde was dat de benzine op De FO goedkoper was dan in Denemarken. De eilanden lijken overigens allemaal op elkaar. Op zich logisch, want heel groen dor de vele regen en het zij allemaal uit de zee gerezen bergen. Veel klimmen en dalen en dat merk je aan het benzine verbruik. De FO zijn heel welvarend. Allemaal grote en nieuwe auto's en iedereen ziet er enorm goed en gezond uit. Ik had nog een ochtend vissen geregeld, maar het weer was zo slecht, veel wind en regen dat we dat gecancelled hebben. Donderdags inschepen voor het vervolg naar IJsland.
De tocht naar IJsland duurde langer dan het eerste deel van de bootreis, dus nog meer verveling. Je sleept je echt van maaltijd naar maaltijd en daartussendoor een beetje aan dek, een beetje slapen. Hoewel, we hadden nu een hut aan de voorkant van het chip en de deining was fors toegenomen. Af en toe het idee dat ik in een lift sliep. Maar uiteindelijk rond het middaguur aan de oostkant van IJsland aangekomen. Wat een prachtig land en wat een rauwe en nog ongerepte natuur. Vergeleken met 20 jaar geleden is het aantal toeristen heel fors toegenomen. Volgens ingewijden zouden het inmiddels 3,5 miljoen toeristen per jaar zijn. Vooral in het zuiden merk je dat. De hoofdweg, de 1, is heel goed. Daaromheen zijn veel geasfalteerde wegen, maar die af en toe voor een langer traject worden onderbroken door grindwegen. Dat hebben mijn banden geweten. Met name op de net onderhouden wegen - nieuw grind en met een bulldozer een beetje glad gemaakt - liggen veel kleinere vlijmscherpe stenen. Die maken niet alleen een gaatje in de band, maar het worden eigenlijk kleine scheurtjes, zodat reparatie met een prop niet mogelijk was. De eerste keer ging er een voorband aan. Gelukkig stond ik al op een camping en met de thuiskomer was een garage in het dorp gauw bereikt. Banden moesten uit Reykjavik komen (450 km verder) en zouden er de volgende dag zijn. Helaas leverde de leverancier de banden niet, maar 30 km verder was een bandencentrum die de banden op voorraad had. Heb wel beide voorbanden laten vervangen, maar stom genoeg niet de goede rechterband meegenomen. Daar had ik een dag later spijt van toen 250 km verderop mijn rechterachterband slachtoffer werd van een scherpe steen. Daarna geen problemen met banden meer gehad. Wel besloten om de echt slechte wegen niet meer te nemen. Dus geen F-wegen. Achteraf zou dat op de meeste wegen toch tot problemen leiden, omdat je regelmatig op F-wegen rivieren moet oversteken of eigenlijk doorwaden. Op veel plekken goed te doen, maar op andere plekken - zag ik bij een excursie met een bus - niet te doen voor een XC90.
IJsland met de XC90 eigenlijk tegen de klok in rondgereden. Wat een heerlijke reisauto is het toch. Heerlijk tuffend met max 90 km per uur. Ergens twee drie dagen blijven met de tent en dan opbreken en weer verder. De ene dag 90 km verder andere dagen 250 k verder. En daar vandaan dan de omgeving verkennen. Opvallend detail. Heel veel gloednieuwe XC90's tegengekomen. Veel Landrovers ook, maar dan wel van toeristen. IJslanders rijden veel in Toyota 's. Ik begrijp dat ook wel, want ooit in een uitzending van TopGear versloeg de Toyota met gemak de Landrover en de Jeep.
Conclusie: Wanneer je voor een langere vakantie naar IJsland wil, adviseer ik om met je eigen auto te gaan, mits die ruim genoeg is. Alleen met een daartoe uitgeruste auto : snorkel en terreinbanden kun je de F-wegen rijden. Ondanks de dure overtocht is dat goedkoper, wanneer je kampeert. IJsland geeft een campingcard uit voor 150 euro waarop je 28 dagen met twee volwassenen en vier kinderen op geselecteerde campings kunt staan. Je kunt er ook voor kiezen om met de eigen camper te gaan. Wil je hotels of zo, ga dan vliegen en huur een auto.
sinds een week terug van vakantie in de Faeröer (FO) en IJsland. Wel met de eigen auto gegaan. Eerst vanuit Sassenheim naar Hirtshals. Op de heenweg, omdat we op zaterdag om half drie moesten inschepen en ivm de te verwachten drukte op de A7 bij Hamburg, in twee keer gereden. Vrijdag op het gemakkie om half elf van huis weggereden en overnacht in een klein plaatsje bij Aabenra in Zuid-Denemarken. De volgende ochtend om een uur of tien na het ontbijt lekker binnendoor naar Hirtshals gereden. Ruim op tijd voor het inschepen. Uiterst ruime veerboot en absoluut niet druk. Omdat het veer niet doorging naar IJsland, maar vanaf de FO meteen weer terug naar Denemarken ging, was er bij het inschepen geen verschil tussen IJslandgangers en FO-gangers. De boot die op dinsdag vertrekt gaat wel door naar IJsland en dan gaan de FO-gangers als laatste de boot op. De boot is geen rollon-rolloff. Dus bij het ontschepen een hoop gekeer en gedraai en rondrijden. Schitterend om te zien hoe de logistiek op zo'n groot schip werkt.
Na een nacht en een dag varen kwamen we om 23.30 uur aan op de FO. Halfuurtje rijden naar het guesthouse en meteen slapen. De overtocht was trouwens heel rustig qua weer. Maar wat een zit zeg, zo'n boottocht. Echt uitzitten. Anderhalf uur voor de aankomst moet je je hut uit, omdat dan de schoonmaakploeg aan de gang gaat. Gaat ook heel efficiënt.
OP de FO was het weer echt slecht. Van de vier dagen dat we er waren drie dagen regen, alleen de dag van vertrek was het mooi weer. Wel de gelegenheid gehad om Torshavn te bekijken. Leuk dorpje. Voor de rest zijn we op veel eilanden geweest, voor zover die met een tunnel zijn verbonden. Met een veer om even naar een ander eiland te gaan, ging me te ver. Wat me overigens verbaasde was dat de benzine op De FO goedkoper was dan in Denemarken. De eilanden lijken overigens allemaal op elkaar. Op zich logisch, want heel groen dor de vele regen en het zij allemaal uit de zee gerezen bergen. Veel klimmen en dalen en dat merk je aan het benzine verbruik. De FO zijn heel welvarend. Allemaal grote en nieuwe auto's en iedereen ziet er enorm goed en gezond uit. Ik had nog een ochtend vissen geregeld, maar het weer was zo slecht, veel wind en regen dat we dat gecancelled hebben. Donderdags inschepen voor het vervolg naar IJsland.
De tocht naar IJsland duurde langer dan het eerste deel van de bootreis, dus nog meer verveling. Je sleept je echt van maaltijd naar maaltijd en daartussendoor een beetje aan dek, een beetje slapen. Hoewel, we hadden nu een hut aan de voorkant van het chip en de deining was fors toegenomen. Af en toe het idee dat ik in een lift sliep. Maar uiteindelijk rond het middaguur aan de oostkant van IJsland aangekomen. Wat een prachtig land en wat een rauwe en nog ongerepte natuur. Vergeleken met 20 jaar geleden is het aantal toeristen heel fors toegenomen. Volgens ingewijden zouden het inmiddels 3,5 miljoen toeristen per jaar zijn. Vooral in het zuiden merk je dat. De hoofdweg, de 1, is heel goed. Daaromheen zijn veel geasfalteerde wegen, maar die af en toe voor een langer traject worden onderbroken door grindwegen. Dat hebben mijn banden geweten. Met name op de net onderhouden wegen - nieuw grind en met een bulldozer een beetje glad gemaakt - liggen veel kleinere vlijmscherpe stenen. Die maken niet alleen een gaatje in de band, maar het worden eigenlijk kleine scheurtjes, zodat reparatie met een prop niet mogelijk was. De eerste keer ging er een voorband aan. Gelukkig stond ik al op een camping en met de thuiskomer was een garage in het dorp gauw bereikt. Banden moesten uit Reykjavik komen (450 km verder) en zouden er de volgende dag zijn. Helaas leverde de leverancier de banden niet, maar 30 km verder was een bandencentrum die de banden op voorraad had. Heb wel beide voorbanden laten vervangen, maar stom genoeg niet de goede rechterband meegenomen. Daar had ik een dag later spijt van toen 250 km verderop mijn rechterachterband slachtoffer werd van een scherpe steen. Daarna geen problemen met banden meer gehad. Wel besloten om de echt slechte wegen niet meer te nemen. Dus geen F-wegen. Achteraf zou dat op de meeste wegen toch tot problemen leiden, omdat je regelmatig op F-wegen rivieren moet oversteken of eigenlijk doorwaden. Op veel plekken goed te doen, maar op andere plekken - zag ik bij een excursie met een bus - niet te doen voor een XC90.
IJsland met de XC90 eigenlijk tegen de klok in rondgereden. Wat een heerlijke reisauto is het toch. Heerlijk tuffend met max 90 km per uur. Ergens twee drie dagen blijven met de tent en dan opbreken en weer verder. De ene dag 90 km verder andere dagen 250 k verder. En daar vandaan dan de omgeving verkennen. Opvallend detail. Heel veel gloednieuwe XC90's tegengekomen. Veel Landrovers ook, maar dan wel van toeristen. IJslanders rijden veel in Toyota 's. Ik begrijp dat ook wel, want ooit in een uitzending van TopGear versloeg de Toyota met gemak de Landrover en de Jeep.
Conclusie: Wanneer je voor een langere vakantie naar IJsland wil, adviseer ik om met je eigen auto te gaan, mits die ruim genoeg is. Alleen met een daartoe uitgeruste auto : snorkel en terreinbanden kun je de F-wegen rijden. Ondanks de dure overtocht is dat goedkoper, wanneer je kampeert. IJsland geeft een campingcard uit voor 150 euro waarop je 28 dagen met twee volwassenen en vier kinderen op geselecteerde campings kunt staan. Je kunt er ook voor kiezen om met de eigen camper te gaan. Wil je hotels of zo, ga dan vliegen en huur een auto.