's Ochtends vroeg stonden we om half negen in Ermelo, bij Broekhuis. Een half woord bleek genoeg om een eerbiedige balieklerk ertoe te bewegen ons naar de Volvo te brengen. Daar stond ie. Een prachtige Volvo PV444, mooi bordeauxrood in de lak. Type H, uit ongeveer 1954.
Om de spanning ietwat te verhogen bleek de accu leeg te zijn. Geen nood, even aan de kabel en hij gaat zo aan. Omdat het natuurlijk een 6V gelijksstroomtype nog is: de massa wel aan het wiel om de weerstand wat te verhogen. Blijkbaar kan het ook zo? Stel je voor dat je elektrisch systeem er aan gaat. Dat er nog meer kapot kan, vermoedden we al, maar wat moest nog blijken.

Na een kleine uitleg pruttelde ik met een mak gangetje naar Nijkerk. 70 km/h, dat was het wel zo’n beetje. Half tien was ik weer thuis. Hem daar natuurlijk eerst uitgebreid bekeken en gefotografeerd. Prachtige kleur trouwens, dat rood. En dat dashboard, het interieur, 't zag er nog geweldig uit.





Daarna ben ik eerst maar eens met met mijn zoon gaan toeren. Niet te ver, even wennen. Onze zoon vond het natuurlijk ook fantastisch.


Daarna gingen mijn ega en ik vrolijk toeren. Je trekt trouwens wel bekijks in zo’n ding! Glimlachende, vrolijke en omkijkende mensen volgen je. Het is ook een bijzondere verschijning. Het plan was om naar Bunschoten te tuffen. Dat was niet al te ver weg, zo’n 13 kilometer. Toen we daar waren zetten we koers naar Eemdijk, om langs de Eem te rijden. Een prachtige weg. Maar in Eemdijk was het een puinhoop: opgebroken weggetjes, oponthoud, file. Jawel, file in Eemdijk. Hoe verzinnen ze het. We draaiden de Katterug, waar trouwens flink wat spierballenkracht voor nodig is. Je wilt niet weten hoe sterk de mensen vroeger waren die zich zonder stuurbekrachtiging moesten redden. Daar gingen we weer, het rustige weggetje van Eemdijk naar Bunschoten.
Plots, op dat weggetje zeg ik: "Hé, het lijkt wel of ik stoom onder de motorkap zie wegkomen. De ellende was: ALLES werkte in de wagen, behalve de temperatuurmeter van het water. En inderdaad: kokende motor. Bij het openen van de klep zie ik dat de hele radiateur lek is! Het ding lekt zelfs koelvloeistof! Dat was het. Daar stonden we, op het Dijkje, tussen Eemdijk en Bunschoten met een mooie, maar overleden Katterug….



Toen de garage maar gebeld. En die kwamen hem ophalen. O ja, dat duurde twee uur wachten! Gelukkig scheen het zonnetje, was het lekker weer, maar 't vroeg wel wat van ons geduld. De garage kwam, onder betuiging van allerlei excuses. De Katterug had namelijk al lange tijd stil gestaan, en nu bleek de radiateur lek. Nou, ik rook ook olie, dus ik ben wat bezorgd over de koppakking. Maar dat moet dan nog maar blijken.

Gelukkig was Broekhuizen met twee autos gekomen, en wij mochten de tweede mee: Een S80 2.5 T 200 PK Geartronic. Een auto met vleugels. Geweldig!

Maar niet de romantiek van een Katterug natuurlijk. 't Was toch echt geweldig en een unieke gelegenheid om zo'n prachtwagen als deze oude Volvo te rijden. Onvergetelijk. Waarschijnlijk ook voor de garage die de auto ter beschikking stelde.
