Diagnose systeem

Alles over de 440 / 460
Plaats reactie
bestaudio
2nd Gear member
Berichten: 50
Lid geworden op: 15.03.2008 - 12:34
Locatie: Zevenaar
Contacteer:

En ja hoor daar is ie weer.

Het diagnose systeem, ik heb het uilees kastje gevonden, alleen nu is mijn vraag welke pen dient waar voor en wat zijn de code's?.
Ik heb hier op het forum al gezocht en daar word je elke keer doorverwezen naar volvo440.nl. en die bestaat dus helaas niet meer.

Heeft iemand dit ergens nog in een file staan oid?

Gr ben
Opel Tigra 1,4 BJ 1996 Overleden na ongeluk :(
Volvo 440 1,8I Phase II 01-'94 215k gelopen. Overleden na ongeluk
Laatste aanwinst Volvo 460 2.0i Phase 1 200k gelopen
Gebruikersavatar
Iroll
6th Gear member
Berichten: 4440
Lid geworden op: 09.12.2006 - 17:46
Locatie: Zeist

http://www.am.torun.pl/~ja/volvo/diagno ... stem.shtml
http://www.troublecodes.net/Volvo/
En op deze site staan een heleboel originele Volvo manuals, van 2 van onze mede forumgenoten! Daarin kun je echt alles terugvinden, ook foutdiagnoses etc.
http://cid-b2bf9804fa8cfdf0.skydrive.li ... 0460%20480
bestaudio
2nd Gear member
Berichten: 50
Lid geworden op: 15.03.2008 - 12:34
Locatie: Zevenaar
Contacteer:

Dank u, wellicht kan dit mijn zoektocht naar de storing helpen
Opel Tigra 1,4 BJ 1996 Overleden na ongeluk :(
Volvo 440 1,8I Phase II 01-'94 215k gelopen. Overleden na ongeluk
Laatste aanwinst Volvo 460 2.0i Phase 1 200k gelopen
mipi
1st Gear member
Berichten: 19
Lid geworden op: 15.02.2008 - 21:13
Locatie: zuid-limburg

Volvo 440/460/480 1991-1995 13. Elektrische installatie 13.6 CEM (Volvo 480)

De Volvo 480 kan zijn uitgerust met een Centraal Elektronische Module (CEM) die verschillende elektrische componenten aanstuurt en bewaakt. De CEM bevindt zich linksonder het dashboard (zie figuur 13.11). De CEM kent drie verschillende generaties, namelijk:

CEM I: Met code 5 DK 004 696; tot chassisnummer 510200 (zonder diagnose)
CEM II: Met code 5 DK 004 696-01; vanaf chassisnummer 510200 (met zelftest)
CEM III: Vanaf 1991 en vanaf chassisnummer 567600 (met diagnose)


Figuur 13.11: CEM (Volvo 480)



Bl Blauwe zelftestdraad CEM II (niet op CEM I en III)
Br Bruine zelftestdraad CEM II (niet op CEM I en III)


Let op! De CEM I en II-generatie zijn toegepast voor 1991 en worden in deze uitgave niet beschreven, wel beschreven in deze uitgave is de nieuwste generatie CEM III met uitgebreide zelfdiagnosemogelijkheden. De CEM III kent net als de elektronische regeleenheid van het inspuit- en ontstekingssysteem een uitgebreide zelfdiagnosefunctie met o.a. storingscodes en activeercodes, die met het 'on-board-diagnosetestkastje' kunnen worden uitgelezen, ingevoerd en gewist (zie tabel 13.4).


Tabel 13.4: Storingscodes en invoercodes CEM III



Code Betekenis
1-1-1 Geen fout opgeslagen
2-1-1 Accessoires (75) of identificatiecode CEMIII (respons)
2-1-2 Alarm* (uit)
2-1-3 Centraal portiervergrendelingssysteem*
2-1-4 Verlichting (56a)
2-1-5 Achterruitverwarming (aan)
2-1-6 Bestuurdersraam (open)
2-1-7 Alarmknipperlichten
2-2-1 Beveiliging*
2-2-2 Bestuurdersportier
2-2-3 Passagiersportier
2-2-4 Motorkap en achterklep
2-2-5 Code* (Europa/USA)
2-2-6 Contact aan (+15)
2-2-7 Alarm* (aan)
2-3-1 Starten (50)
2-3-2 Dynamo (D+ 60)
2-3-3 Verlichting (58)
2-3-4 Verlichting (56)
2-3-5 Vérstralers (ingang)
2-3-6 Achterruitewisser (18 seconden)
2-3-7 Achterruitewisser (6 seconden)
2-4-1 Achteruitversnelling
2-4-3 Voorruitewisser (normaal)
2-4-4 Interval
2-4-5 Voorruitesproeier
2-4-6 Achterruitesproeier
2-4-7 Veiligheidsgordelcontact
2-5-1 Bestuurdersraam dicht
2-5-2 Contactsleutel* (in)
2-5-3 Infra-rood* (ingang)
2-5-4 Richtingaanwijzerschakelaar
2-5-5 Volgasschakelaar (B18EP/FP)
3-2-1 Identificatiecode (invoer)
4-1-1 Veiligheidsgordelwaarschuwing
4-1-2 Statusuitgang* (alarm)
4-1-3 LED (uitgang)
4-1-4 Portier (open)
4-1-5 Interieurverlichting
4-3-2 Centraal portiervergrendelingssysteem* (dicht)
4-3-3 Centraal portiervergrendelingssysteem* (open)
4-3-4 Elektrische raam- en schuifdakbediening
4-3-5 Bestuurdersraam (open)
4-4-1 Elektrisch raam- en schuifdak (dicht)
4-4-2 Claxon
4-4-3 Achterruitverwarming
4-4-4 Voorruitewisser uitgang
4-4-5 Koplampsproeiers
4-5-1 Achterruitewisser
4-5-2 Startblokkering**
4-5-3 LED op instrumentenpaneel* (centrale sluiting)
4-5-4 Richtingaanwijzerschakelaar
4-5-5 Vérstralers (uitgang)


*Marktafhankelijk.
**Bij 480-uitvoeringen vanaf chassisnummer 573100 is een nieuwe Valeo-startmotor met permanente magneten gemonteerd. Deze magneten kunnen bij het uitzetten van de motor een kleine spanning opwekken die door het diagnosesysteem dan als onterechte fout wordt opgeslagen. Na het uitlezen van alle foutcodes kan deze foutcode worden gewist.

Controlefunctie 1: Storingscodes uitlezen
Met controlefunctie 1 bepaalt u of en in welke component of circuit een storing zit aan de hand van een specifieke storingscode.



- Zie figuur 13.12. Sluit de keuzekabel aan op positie (5).
- Zet het contact in stand II.
- Activeer controlefunctie 1 door de knop één keer 2 tot 3 seconden in te drukken. Tel het aantal knipperingen van de LED en noteer de storingscode. Let op! Na het uitlezen van een storingscode moet u mogelijk het systeem opnieuw activeren voor de volgende code. Noteer alle storingscodes (zie tabel 13.4).


Figuur 13.12: Controlefunctie 1: Storingscodes uitlezen (zie tekst)

Controlefunctie 2: Controle van de ingaande signalen
Met controlefunctie 2 bepaalt u of en welke elektrische component een correct ingangssignaal naar de CEM stuurt. Door zelf een schakelaar te bedienen, wordt er een knippercode gegeven. Voorbeeld: Na controlefunctie 2 te hebben geactiveerd, draait u het portier op slot. Bij dit slot zit een microschakelaar, die op dat moment een signaal stuurt naar de CEM om bij voorbeeld het alarm in te schakelen. Indien de CEM het signaal van de microschakelaar ontvangt, zal de CEM een knippercode geven naar het diagnosepunt (in dit geval 2-2-7). Als het portier nu geopend wordt met de sleutel, ontvangt de CEM vanaf een andere microschakelaar een ander signaal (2-1-2). Op deze wijze kunnen ± 30 schakelaars worden getest.


- Zie figuur 13.13. Zet het contact in stand II. Activeer controlefunctie 2 door de knop twee keer met tussenpozen van 2 seconden in te drukken. Wacht tot de LED knippert. Bedien de desbetreffende schakelaar van een elektrische component. Let op! Direct na het bedienen van een schakelaar worden de knippercodes uitgelezen. Tel het aantal knipperingen van de LED en noteer de knippercode (zie tabel 13.4). Als er geen knippercode komt, is de aansluiting fout. Herhaal de procedure voor de volgende schakelaar.


Figuur 13.13: Controlefunctie 2: Controle van de ingaande signalen (zie tekst)

Controlefunctie 3: Aansturen van de elektrische componenten in een vaste volgorde
Na controlefunctie 3 te hebben geactiveerd, zal de CEM automatisch in een vaste volgorde bepaalde elektrische componenten gaan aansturen. Zo zal bij voorbeeld het interieurlicht gaan branden, de centrale portiervergrendeling en de ramen worden bediend, de claxon gaan werken enz. Het totale programma omvat afhankelijk van de uitvoering ± 18 functies die alle 1x worden afgewerkt. Geen of foutieve signalen van de CEM kunnen visueel of akoestisch worden waargenomen. Bovendien kunt u na afloop met controlefunctie 1 een foutcode uitlezen (zie tabel 13.4).



- Sluit de portieren.
- Zet de richtingaanwijzer in de linker of rechter stand.
- Maak de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde vast.
- Open de portierramen en het schuifdak voor de helft.
- Zie figuur 13.14. Zet het contact in stand II. Activeer controlefunctie 3 door de knop drie keer met tussenpozen van 2 seconden in te drukken.


Figuur 13.14: Controlefunctie 3: Aansturen van de elektrische componenten in vaste volgorde



1 Veiligheidsgordelwaarschuwing (4-1-1)
2 Status-uitgang (alarm)* (4-1-2)
3 LED-uitgang (4-1-3)
4 Portier open (4-1-4)
5 Interieurverlichting (4-1-5)
6 Centraal vergrendelingssysteem dicht (4-3-2)
7 Centraal vergrendelingssysteem open (4-3-3)
8 Bediening ramen en schuifdak (4-3-4)
9 Bestuurdersraam open (4-3-5)
10 Ramen en schuifdak dicht (4-4-1)
11 Claxon (4-4-2)
12 Achterruitverwarming (4-4-3)
13 Voorruitewisser (4-4-4)
14 Koplampsproeiers (4-4-5)
15 Achterruitewisser (4-5-1)
16 LED-centraal vergrendelingssysteem (4-5-3)
17 Richtingaanwijzers (4-5-4)
18 Vérstralers (4-5-5)

*Marktafhankelijk.

Controlefunctie 4: Controle van uitgaande signalen
Met controlefunctie 4 is het mogelijk dat u de CEM elektrische componenten in een door u gekozen volgorde laat aansturen. Het intoetsen van de codes doet u met de knop op het diagnosetestkastje.


- Zie figuur 13.15. Zet het contact in stand II en activeer controlefunctie 4 door de knop vier keer met tussenpozen van 2 seconden in te drukken. De LED gaat branden.
- Begin binnen 5 seconden met het ingeven van een code, bij voorbeeld 4-4-2. Na het inbrengen van het eerste cijfer van de code (4) gaat de LED branden, begin nu binnen 5 seconden met het inbrengen van het tweede cijfer (4), doe hetzelfde voor het derde en laatste cijfer (2). De claxon zal nu drie keer gedurende ±1 seconde gaan werken. Let op! Indien men meer functies wil controleren, moet controlefunctie 4 opnieuw worden geactiveerd.


Figuur 13.15: Controlefunctie 4: Afzonderlijke componenten testen (zie tekst)

Controlefunctie 5: CEM-identificatie
In controlefunctie 5 kan de CEM-specificatie uitgelezen worden en de niet-veranderlijke ingangssignalen gecontroleerd worden; bij voorbeeld de accessoire-beveiliging van een radio/cassetterecorder.


- Zie figuur 13.16. Zet het contact in stand II en activeer controlefunctie 5 door de knop vijf keer met tussenpozen van 2 seconden in te drukken. De LED gaat branden.
- Begin binnen 5 seconden met het ingeven van code 3-2-1. Na het inbrengen van het eerste cijfer van de code (3) gaat de LED branden, begin nu binnen 5 seconden met het inbrengen van het tweede cijfer (2), doe hetzelfde voor het derde en laatste cijfer (1).
- De LED zal reageren met knippercode 2-1-1; dit staat voor de CEM III-uitvoering.


Figuur 13.16: Controlefunctie 5: CEM-specificatie (zie tekst)

Geheugen wissen/resetten
Na het verhelpen van storingen en na tweemaal uitlezen van alle storingscodes kunt u het geheugen wissen en het systeem resetten op de volgende wijze:


- Druk de knop op het 'on-board-diagnosetestkastje' minimaal 5 seconden in.
- Wacht tot de LED brandt.
- Druk de knop nogmaals minimaal 5 seconden in; het geheugen is gewist. Controleer dit door controlefunctie 1 te activeren: De code 1-1-1 moet worden gegeven.
Plaats reactie

Terug naar “De Volvo 440 - 460 series algemeen”