Test Volvo C30 T5 R-design
Geplaatst: 22.12.2008 - 00:37
En Svensk het kläcka?
Wie een aantal jaar geleden een sportieve en opvallende ‘hot hatch’ wilde hebben, moest het merk Volvo overslaan. Niemand associeerde Volvo met een opvallende compacte auto, maar eerder het tegenovergestelde: een degelijke en ingetogen stationcar. Een auto voor het gezin, en zeker niet bedoeld voor jonge stelletjes die voorlopig nog geen kinderplannen hebben. Toch had Volvo al eerder de P1800 en de 480, waarvan de laatste niet echt een succes was. Simpelweg te hoog geprijsd en teveel vooruitstrevende techniek die niet goed doorontwikkeld was, met als gevolg een auto met veel elektronische problemen. Dit was natuurlijk niet representatief voor het betrouwbare merkimago van Volvo. Het model ging dan ook in 1995 uit productie en kreeg elf jaar later pas een opvolger: de C30. Een auto met dezelfde designelementen als de P1800 en de 480, maar met doorontwikkelde techniek uit de S40 en V50. Hoewel de 480 Turbo geen trage auto was, het predikaat hot hatch verdiende hij niet. Deze C30 daarentegen, is voorzien van dezelfde vijfcilinder turbo als de eerder door ons geteste Ford Focus ST. In combinatie met het opvallende R-design pakket heeft hij, net als de Focus, ook de uitstraling van een hot hatch. Maar dan naar het Zweeds vertaald: “en Svensk het kläcka?”

Troostpakket
Wie goed kijkt, ziet direct de gelijkenissen met de P1800ES. We beginnen bij de achterzijde. De opvallende glazen achterklep is rechtstreeks uit de jaren ‘70 coupe overgenomen. De zijkanten hebben de bekende ‘heupen’, die we niet alleen bij de P1800 tegenkomen, maar ook bij de bekende 240. Ook als we naar de vormen en lijnen van de twee achterramen kijken, komen die bekend voor. Daar lijkt de ontwerper aardig naar het ontwerp van de P1800 te hebben gekeken. De achterkant is dus vooral gebaseerd op de voorgangers van de C30. Maar als we naar de voorkant kijken, dan zien we dat de ontwerper ineens een compleet andere weg is ingeslagen. Het neusje is namelijk kort, terwijl de 480 en P1800 beide een lange en spitse neus hebben. Ook missen we de klapkoplampen van de 480, maar dat valt goed te verklaren: ze zijn namelijk niet meer van deze tijd. Geen enkele auto wordt er op dit moment nog mee geleverd.

Als we naar ons testexemplaar kijken zien we dat we niet te maken hebben met een doorsnee C30. Het eerste wat opvalt, zijn de grote titaniumgekleurde wielen. Ze passen goed bij het ontwerp van de C30. Verder zien we een dikkere voorbumper met voorspoiler, een dubbele uitlaat, een grotere achterspoiler en een verlaagd chassis. Al deze sportieve details behoren tot het R-Design pakket. Helaas maken verchroomde spiegelkappen en chromen rand rond de grille ook deel uit van dit pakket. Dit was naar onze smaak net over het randje tussen kunst en kitsch.

Volvo heeft natuurlijk jarenlang de snelle ‘R’ modellen geleverd. Denk aan de 850 R en daaropvolgend twee generaties V70 R. Tijden veranderen, op dit moment is de vraag naar pk’s steeds kleiner, terwijl een flink aantal groene labels in je motorenaanbod steeds belangrijker wordt. Om die reden heeft Volvo besloten om vooralsnog niet verder te gaan met het ontwikkelen van snelle modellen. De liefhebbers vinden dit natuurlijk erg jammer, maar als troost kun je nu dus het R-Design pakket bestellen. Daarmee heb je wel de looks, maar niet het verbruik en de prestaties van een ‘R’. Hoewel onze T5 qua prestaties toch zeker de sportieve uitstraling van het ‘troostpakket’ waar kan maken. Daarover later meer, laten we eerst het interieur eens bekijken.
Strak en opgeruimd
In het interieur vinden we ook een aantal R-Design details. Zo is de achtergrond van de tellers ‘R’-blauw, wat we ook al eerder tegenkwamen in vorige ‘R’ modellen van Volvo. Tevens zijn er aluminium sportpedalen en een sportstuur met ‘R’-badge aanwezig. Wat ons betreft subtiele verwijzingen, die in schril contrast staan met de uitbundige bodykit aan de buitenzijde. Voor een hot hatch, of ‘het kläcka’ heeft deze C30 dus een interieur wat redelijk gewoontjes is.
Net als de P1800 en de 480, is ook de C30 een vierzitter. Dit benadrukt de sportieve aspiraties die deze auto heeft. De zetels zijn bekleed met mooi tweekleurig leder, waarvan de binnenste baan een lichtbeige kleur heeft. Helaas blijkt deze tint erg besmettelijk, we konden nu al de sporen van spijkerbroeken zien. Nu had onze testauto al bijna 30.000 kilometer op de teller, maar het toont toch aan dat het leder in deze kleurstelling toch met enige regelmaat grondig moet worden schoongemaakt. De stoelen zitten zoals we van Volvo gewend zijn, als gegoten. Ze bieden genoeg steun en zijn uitgebreid verstelbaar. En wat vooral prettig is, is dat ze niet te hard, maar ook niet te zacht zijn. Na een lange rit stap je weer fris en fruitig uit, alsof je even om boodschappen bent geweest.
Het dashboard ziet er clean en opgeruimd uit, iets wat niet iedereen zal waarderen. De één vindt het erg strak ogen, en de ander te kaal en daardoor wat saai. Het is in ieder geval een mooi staaltje van sober en strak gelijnd Zweeds design. De kwaliteitsindruk van het dashboard is in elk geval goed. De knopjes voelen degelijk aan en de grote vlakken zijn van een mooie zachte kunststofsoort. Zo zien we het graag. Onze testauto is voorzien van het RTi navigatiesysteem dat er voor zorgt dat de kale vlakte bovenop het dashboard mooi onderbroken wordt door een uitschuifbaar scherm. Het systeem is door middel van een afstandsbediening of met knopjes achter het stuur te bedienen. Voor degene die niet bekend zijn met het systeem is de bediening even wennen, maar zodra je weet waar elk knopje voor staat, dan kun je ze op de tast vinden. De zwevende middenconsole ziet er modern uit, en maakt door de vele knopjes een luxueuze indruk in het verder lege en opgeruimde geheel. Het beperkte aantal opbergvakjes en de grootte daarvan is wel teleurstellend. Je kunt achter de zwevende middenconsole wel mooi een mobiele telefoon kwijt, maar dan is het kleine vakje ook meteen gevuld. De vakken in de portieren hadden ze net zo goed weg kunnen laten, want je kunt er nauwelijks iets in kwijt. De C30 even in een krap parkeerplaatsje zetten is er trouwens niet bij. Het risico om een geparkeerde auto naast je te beschadigen is door de lange en zware deuren helaas zeer reëel.

Doordat het design van het exterieur blijkbaar zwaarder telde, houdt de hoofdruimte achterin door de aflopende daklijn niet over. Langere personen komen al snel in de knel met hun hoofd. De beenruimte is daarentegen voor een auto in deze klasse niet slecht. Ondanks dat je maar met vier personen in de C30 op stap kunt, kun je het vergeten dat je alle bagage van de vier inzittenden in de kofferruimte kwijt kunt. Die is namelijk ronduit krap. Tot overmaat van ramp was ons testexemplaar helaas ook nog uitgerust met het inmiddels niet meer leverbare en onhandige afdekzeiltje. Tegenwoordig hebben ze gelukkig een mooie harde hoedenplank met een klepje, waarmee je veel eenvoudiger je bagage op kunt bergen. De separaat neerklapbare achterstoelen creëren desgewenst wat extra opbergruimte, mocht dat nodig zijn.
Bekende roffel
Waar een doorsnee C30 doorgaans voorzien zal zijn van een viercilinder benzine of dieselmotor uit de schappen van Ford/PSA, daar is deze T5 voorzien van een echt Volvoblok met de bekende vijfcilinder ‘roffel’. In dit geval voorzien van een turbo, brengt het de 2.5 liter inhoud motor op een respectabele 230pk. In combinatie met het gewichtsvoordeel van deze kleinste Volvo, geeft dit de C30 prestaties die een ‘het kläcka’ waardig zijn. Van 0-100 zou slechts 6,7 seconden in beslag nemen en een topsnelheid van 240 kilometer per uur moet mogelijk zijn.

Indrukwekkende cijfers, maar de C30 voelt nog tamelijk beschaafd aan. Hoewel hij in de eerste en tweede versnelling schofterig snel is, lijkt de sensatie minder groot dan bij een Focus ST. Die laatst produceert dan ook een hoop meer geluid, waar diezelfde vijfcilinder in de C30 het merendeel van de tijd beschaafd op de achtergrond blijft. Het maximale koppel van 320Nm komt al bij 1500tpm vrij, waardoor de krachtsopbouw heel gelijkmatig verloopt. De ‘duw in je rug’ is fors, maar verloopt relatief soepel. De versnellingen zijn overigens ook behoorlijk lang. In de tweede versnelling haal je meer dan 110 kilometer per uur, terwijl de derde versnelling tot maar liefst 165 kilometer per uur doorloopt. Dit maakt hem qua acceleratie iets trager, maar brengt ook het toerental en daarmee het verbruik en het geluid naar meer aangename waardes.

Het prettige van deze motor is dat hij niet constant uitdaagt, waardoor je er eerder rustig mee gaat rijden. Door het hoge koppel kun je dan ook vroeg opschakelen, zonder dat de fut er gelijk uit is. Zelfs in de zesde versnelling kun je op de snelweg lekker vlot inhalen. Wie echter met volle teugen wil genieten van het andere karakter van de motor, legt de derde versnelling in, om er onder het genot van de mooie roffel met een bloedgang vandoor te gaan.
Daarbij is het prettig dat de versnellingspook van de C30 relatief klein is en korte slagen heeft. De bak voelt trefzeker aan, en snel schakelen bij hard accelereren is goed mogelijk zonder vreemde geluiden uit de bak te horen. Het verbruik is sterk afhankelijk van het gebruik. Schakel je vroeg op en benut je het hoge koppel en de cruise control, dan is 1 op 14 zeker haalbaar. Wie zich laat verleiden tot dieper het gas intrappen, door een steeds luider klinkende roffel, zal al rap richting de 1 op 7 gaan. Gezien de cilinderinhoud en het prestatiepotentieel van deze motor vallen deze cijfers ons niet tegen.

Over de motor en bak dus niets dan lof. Helaas viel het verlaagde en harde onderstel waar de C30 R-Design mee voorzien wat minder bij ons in de smaak. We ervoeren hem simpelweg als te hard en stug. De afstemming is dusdanig hard dat hobbels, kuilen en richels hard door worden gegeven. Op de snelweg voelt de auto daardoor wel erg dynamisch en koersvast aan, maar in de stad is het oppassen bij drempels. Als je ook maar iets te hard over een drempel rijdt, dan schaaf je al gauw met de lip van de voorbumper over de grond. Het soepele karakter van de motor, vinden we helaas niet terug in het onderstel. Hier is men wellicht doorgeschoten in het creëren van een hot hatch, die in onze ogen niet per definitie keihard hoeft te zijn.
Het voordeel van het sportonderstel merk je vooral bij het nemen van bochten. De C30 blijft erg vlak en laat zich met een vertrouwd gevoel door bochten jagen. Wel is duidelijk merkbaar dat je met een voorwielaandrijver onderweg bent, als je volgas geeft in een bocht. De auto glijdt dan gecontroleerd over de voorwielen weg. Gelukkig grijpt het DSTC op tijd in, en remt de boel af zodat je niet van de weg niet af gaat. Maar met gedoseerd gas geven in de juiste versnelling is het mogelijk om de adviessnelheden op diverse blauwe borden bijna te verdubbelen.

Het lekker dikke en met leder beklede R-Design stuurwiel pakt lekker beet en is voorzien van duidelijke knoppen waarmee de cruise control en de audio zich laat bedienen. Ergonomisch de beste oplossing wat ons betreft. Een pookje achter het stuurwiel werkt een stuk minder prettig en kan nog al eens verward worden met de stengel van de richtingaanwijzer. Het stuurwiel laat zich met veel gevoel en redelijk wat weerstand ronddraaien. De auto reageert zeer directe, waardoor je het veilige gevoel van totale controle over de auto krijgt.
Door de dikke C-stijl is het zicht naar achteren erg beperkt, helaas was onze testauto niet uitgerust met parkeersensoren, dus was het af en toe lastig in te schatten hoeveel ruimte er nog over was. Zeker met de meegespoten bodykit is het wel een aanrader om parkeersensoren op de optielijst aan te kruisen. Ook de voorkant is niet altijd even goed in te schatten. Omdat daar ook een extra uit stekende meegespoten lip is aangebracht, is het aan te raden om ze ook voor te bestellen.

Wie mooi wil zijn…
Wie een aantal jaar geleden het merk Volvo over kon slaan bij de zoektocht naar een sportieve hatchback, kan op dit moment ook bij het Zweedse merk voorzien worden van een sportief bommetje. De T5 motor presteert bovengemiddeld goed en verbruikt niet buitenproportioneel veel. Wie mooi wil zijn en het R-design pakket bestelt, moet op twee manieren pijn lijden. Op zijn zitvlak en in de portemonnee. Het R-Design onderstel is namelijk behoorlijk hard, en dat kan je op lange afstanden tegen gaan staan. Verder is de meerprijs van het R-design pakket niet misselijk. In combinatie met alle andere opties die op onze rijk uitgeruste Summum-uitvoering zetten, had de geteste auto een prijs van ruim 50 mille. Voor een compacte premium ‘hot hatch’ is dat niet vreemd, maar rationeel gezien wel weinig auto voor veel geld. Een A3 of 1-serie met dergelijke prestaties en uitrusting zullen dit echter gemakkelijk weten te overtreffen.

Keren we terug naar de vraag die we ons in het begin stelden: spreken we hier van 'en Svensk het kläcka'? Voor een deel wel, voor een deel ook niet. Het R-design onderstel en de bodykit geven hem wel de uitstraling en rijeigenschappen van een Zweedse hot hatch. Toch is het soepele karakter van de motor en het ingetogen interieurdesign wellicht iets te braaf. Niet spannend genoeg voor een rasechte hot hatch althans. De vraag is of iemand die Volvo rijdt, of overweegt te gaan rijden, hierop zit te wachten. Wij denken dat de C30 T5 zonder R-design kenmerken de meest uitgebalanceerde en fijne auto oplevert, voor een vriendelijkere prijs.
Auteur: Gregory Weller
Fotografie: Luuk van Kaathoven
Deze test werd mede mogelijk gemaakt door:
Volvo Cars Nederland
Beesd
Testredacteur: Gregory Weller
Fotografie: Luuk van Kaathoven
Voor meer tests en rij-impressies, zie: Autogetest.nl
Wie een aantal jaar geleden een sportieve en opvallende ‘hot hatch’ wilde hebben, moest het merk Volvo overslaan. Niemand associeerde Volvo met een opvallende compacte auto, maar eerder het tegenovergestelde: een degelijke en ingetogen stationcar. Een auto voor het gezin, en zeker niet bedoeld voor jonge stelletjes die voorlopig nog geen kinderplannen hebben. Toch had Volvo al eerder de P1800 en de 480, waarvan de laatste niet echt een succes was. Simpelweg te hoog geprijsd en teveel vooruitstrevende techniek die niet goed doorontwikkeld was, met als gevolg een auto met veel elektronische problemen. Dit was natuurlijk niet representatief voor het betrouwbare merkimago van Volvo. Het model ging dan ook in 1995 uit productie en kreeg elf jaar later pas een opvolger: de C30. Een auto met dezelfde designelementen als de P1800 en de 480, maar met doorontwikkelde techniek uit de S40 en V50. Hoewel de 480 Turbo geen trage auto was, het predikaat hot hatch verdiende hij niet. Deze C30 daarentegen, is voorzien van dezelfde vijfcilinder turbo als de eerder door ons geteste Ford Focus ST. In combinatie met het opvallende R-design pakket heeft hij, net als de Focus, ook de uitstraling van een hot hatch. Maar dan naar het Zweeds vertaald: “en Svensk het kläcka?”

Troostpakket
Wie goed kijkt, ziet direct de gelijkenissen met de P1800ES. We beginnen bij de achterzijde. De opvallende glazen achterklep is rechtstreeks uit de jaren ‘70 coupe overgenomen. De zijkanten hebben de bekende ‘heupen’, die we niet alleen bij de P1800 tegenkomen, maar ook bij de bekende 240. Ook als we naar de vormen en lijnen van de twee achterramen kijken, komen die bekend voor. Daar lijkt de ontwerper aardig naar het ontwerp van de P1800 te hebben gekeken. De achterkant is dus vooral gebaseerd op de voorgangers van de C30. Maar als we naar de voorkant kijken, dan zien we dat de ontwerper ineens een compleet andere weg is ingeslagen. Het neusje is namelijk kort, terwijl de 480 en P1800 beide een lange en spitse neus hebben. Ook missen we de klapkoplampen van de 480, maar dat valt goed te verklaren: ze zijn namelijk niet meer van deze tijd. Geen enkele auto wordt er op dit moment nog mee geleverd.

Als we naar ons testexemplaar kijken zien we dat we niet te maken hebben met een doorsnee C30. Het eerste wat opvalt, zijn de grote titaniumgekleurde wielen. Ze passen goed bij het ontwerp van de C30. Verder zien we een dikkere voorbumper met voorspoiler, een dubbele uitlaat, een grotere achterspoiler en een verlaagd chassis. Al deze sportieve details behoren tot het R-Design pakket. Helaas maken verchroomde spiegelkappen en chromen rand rond de grille ook deel uit van dit pakket. Dit was naar onze smaak net over het randje tussen kunst en kitsch.

Volvo heeft natuurlijk jarenlang de snelle ‘R’ modellen geleverd. Denk aan de 850 R en daaropvolgend twee generaties V70 R. Tijden veranderen, op dit moment is de vraag naar pk’s steeds kleiner, terwijl een flink aantal groene labels in je motorenaanbod steeds belangrijker wordt. Om die reden heeft Volvo besloten om vooralsnog niet verder te gaan met het ontwikkelen van snelle modellen. De liefhebbers vinden dit natuurlijk erg jammer, maar als troost kun je nu dus het R-Design pakket bestellen. Daarmee heb je wel de looks, maar niet het verbruik en de prestaties van een ‘R’. Hoewel onze T5 qua prestaties toch zeker de sportieve uitstraling van het ‘troostpakket’ waar kan maken. Daarover later meer, laten we eerst het interieur eens bekijken.

Strak en opgeruimd
In het interieur vinden we ook een aantal R-Design details. Zo is de achtergrond van de tellers ‘R’-blauw, wat we ook al eerder tegenkwamen in vorige ‘R’ modellen van Volvo. Tevens zijn er aluminium sportpedalen en een sportstuur met ‘R’-badge aanwezig. Wat ons betreft subtiele verwijzingen, die in schril contrast staan met de uitbundige bodykit aan de buitenzijde. Voor een hot hatch, of ‘het kläcka’ heeft deze C30 dus een interieur wat redelijk gewoontjes is.
Net als de P1800 en de 480, is ook de C30 een vierzitter. Dit benadrukt de sportieve aspiraties die deze auto heeft. De zetels zijn bekleed met mooi tweekleurig leder, waarvan de binnenste baan een lichtbeige kleur heeft. Helaas blijkt deze tint erg besmettelijk, we konden nu al de sporen van spijkerbroeken zien. Nu had onze testauto al bijna 30.000 kilometer op de teller, maar het toont toch aan dat het leder in deze kleurstelling toch met enige regelmaat grondig moet worden schoongemaakt. De stoelen zitten zoals we van Volvo gewend zijn, als gegoten. Ze bieden genoeg steun en zijn uitgebreid verstelbaar. En wat vooral prettig is, is dat ze niet te hard, maar ook niet te zacht zijn. Na een lange rit stap je weer fris en fruitig uit, alsof je even om boodschappen bent geweest.

Het dashboard ziet er clean en opgeruimd uit, iets wat niet iedereen zal waarderen. De één vindt het erg strak ogen, en de ander te kaal en daardoor wat saai. Het is in ieder geval een mooi staaltje van sober en strak gelijnd Zweeds design. De kwaliteitsindruk van het dashboard is in elk geval goed. De knopjes voelen degelijk aan en de grote vlakken zijn van een mooie zachte kunststofsoort. Zo zien we het graag. Onze testauto is voorzien van het RTi navigatiesysteem dat er voor zorgt dat de kale vlakte bovenop het dashboard mooi onderbroken wordt door een uitschuifbaar scherm. Het systeem is door middel van een afstandsbediening of met knopjes achter het stuur te bedienen. Voor degene die niet bekend zijn met het systeem is de bediening even wennen, maar zodra je weet waar elk knopje voor staat, dan kun je ze op de tast vinden. De zwevende middenconsole ziet er modern uit, en maakt door de vele knopjes een luxueuze indruk in het verder lege en opgeruimde geheel. Het beperkte aantal opbergvakjes en de grootte daarvan is wel teleurstellend. Je kunt achter de zwevende middenconsole wel mooi een mobiele telefoon kwijt, maar dan is het kleine vakje ook meteen gevuld. De vakken in de portieren hadden ze net zo goed weg kunnen laten, want je kunt er nauwelijks iets in kwijt. De C30 even in een krap parkeerplaatsje zetten is er trouwens niet bij. Het risico om een geparkeerde auto naast je te beschadigen is door de lange en zware deuren helaas zeer reëel.

Doordat het design van het exterieur blijkbaar zwaarder telde, houdt de hoofdruimte achterin door de aflopende daklijn niet over. Langere personen komen al snel in de knel met hun hoofd. De beenruimte is daarentegen voor een auto in deze klasse niet slecht. Ondanks dat je maar met vier personen in de C30 op stap kunt, kun je het vergeten dat je alle bagage van de vier inzittenden in de kofferruimte kwijt kunt. Die is namelijk ronduit krap. Tot overmaat van ramp was ons testexemplaar helaas ook nog uitgerust met het inmiddels niet meer leverbare en onhandige afdekzeiltje. Tegenwoordig hebben ze gelukkig een mooie harde hoedenplank met een klepje, waarmee je veel eenvoudiger je bagage op kunt bergen. De separaat neerklapbare achterstoelen creëren desgewenst wat extra opbergruimte, mocht dat nodig zijn.
Bekende roffel
Waar een doorsnee C30 doorgaans voorzien zal zijn van een viercilinder benzine of dieselmotor uit de schappen van Ford/PSA, daar is deze T5 voorzien van een echt Volvoblok met de bekende vijfcilinder ‘roffel’. In dit geval voorzien van een turbo, brengt het de 2.5 liter inhoud motor op een respectabele 230pk. In combinatie met het gewichtsvoordeel van deze kleinste Volvo, geeft dit de C30 prestaties die een ‘het kläcka’ waardig zijn. Van 0-100 zou slechts 6,7 seconden in beslag nemen en een topsnelheid van 240 kilometer per uur moet mogelijk zijn.

Indrukwekkende cijfers, maar de C30 voelt nog tamelijk beschaafd aan. Hoewel hij in de eerste en tweede versnelling schofterig snel is, lijkt de sensatie minder groot dan bij een Focus ST. Die laatst produceert dan ook een hoop meer geluid, waar diezelfde vijfcilinder in de C30 het merendeel van de tijd beschaafd op de achtergrond blijft. Het maximale koppel van 320Nm komt al bij 1500tpm vrij, waardoor de krachtsopbouw heel gelijkmatig verloopt. De ‘duw in je rug’ is fors, maar verloopt relatief soepel. De versnellingen zijn overigens ook behoorlijk lang. In de tweede versnelling haal je meer dan 110 kilometer per uur, terwijl de derde versnelling tot maar liefst 165 kilometer per uur doorloopt. Dit maakt hem qua acceleratie iets trager, maar brengt ook het toerental en daarmee het verbruik en het geluid naar meer aangename waardes.

Het prettige van deze motor is dat hij niet constant uitdaagt, waardoor je er eerder rustig mee gaat rijden. Door het hoge koppel kun je dan ook vroeg opschakelen, zonder dat de fut er gelijk uit is. Zelfs in de zesde versnelling kun je op de snelweg lekker vlot inhalen. Wie echter met volle teugen wil genieten van het andere karakter van de motor, legt de derde versnelling in, om er onder het genot van de mooie roffel met een bloedgang vandoor te gaan.
Daarbij is het prettig dat de versnellingspook van de C30 relatief klein is en korte slagen heeft. De bak voelt trefzeker aan, en snel schakelen bij hard accelereren is goed mogelijk zonder vreemde geluiden uit de bak te horen. Het verbruik is sterk afhankelijk van het gebruik. Schakel je vroeg op en benut je het hoge koppel en de cruise control, dan is 1 op 14 zeker haalbaar. Wie zich laat verleiden tot dieper het gas intrappen, door een steeds luider klinkende roffel, zal al rap richting de 1 op 7 gaan. Gezien de cilinderinhoud en het prestatiepotentieel van deze motor vallen deze cijfers ons niet tegen.

Over de motor en bak dus niets dan lof. Helaas viel het verlaagde en harde onderstel waar de C30 R-Design mee voorzien wat minder bij ons in de smaak. We ervoeren hem simpelweg als te hard en stug. De afstemming is dusdanig hard dat hobbels, kuilen en richels hard door worden gegeven. Op de snelweg voelt de auto daardoor wel erg dynamisch en koersvast aan, maar in de stad is het oppassen bij drempels. Als je ook maar iets te hard over een drempel rijdt, dan schaaf je al gauw met de lip van de voorbumper over de grond. Het soepele karakter van de motor, vinden we helaas niet terug in het onderstel. Hier is men wellicht doorgeschoten in het creëren van een hot hatch, die in onze ogen niet per definitie keihard hoeft te zijn.
Het voordeel van het sportonderstel merk je vooral bij het nemen van bochten. De C30 blijft erg vlak en laat zich met een vertrouwd gevoel door bochten jagen. Wel is duidelijk merkbaar dat je met een voorwielaandrijver onderweg bent, als je volgas geeft in een bocht. De auto glijdt dan gecontroleerd over de voorwielen weg. Gelukkig grijpt het DSTC op tijd in, en remt de boel af zodat je niet van de weg niet af gaat. Maar met gedoseerd gas geven in de juiste versnelling is het mogelijk om de adviessnelheden op diverse blauwe borden bijna te verdubbelen.

Het lekker dikke en met leder beklede R-Design stuurwiel pakt lekker beet en is voorzien van duidelijke knoppen waarmee de cruise control en de audio zich laat bedienen. Ergonomisch de beste oplossing wat ons betreft. Een pookje achter het stuurwiel werkt een stuk minder prettig en kan nog al eens verward worden met de stengel van de richtingaanwijzer. Het stuurwiel laat zich met veel gevoel en redelijk wat weerstand ronddraaien. De auto reageert zeer directe, waardoor je het veilige gevoel van totale controle over de auto krijgt.
Door de dikke C-stijl is het zicht naar achteren erg beperkt, helaas was onze testauto niet uitgerust met parkeersensoren, dus was het af en toe lastig in te schatten hoeveel ruimte er nog over was. Zeker met de meegespoten bodykit is het wel een aanrader om parkeersensoren op de optielijst aan te kruisen. Ook de voorkant is niet altijd even goed in te schatten. Omdat daar ook een extra uit stekende meegespoten lip is aangebracht, is het aan te raden om ze ook voor te bestellen.

Wie mooi wil zijn…
Wie een aantal jaar geleden het merk Volvo over kon slaan bij de zoektocht naar een sportieve hatchback, kan op dit moment ook bij het Zweedse merk voorzien worden van een sportief bommetje. De T5 motor presteert bovengemiddeld goed en verbruikt niet buitenproportioneel veel. Wie mooi wil zijn en het R-design pakket bestelt, moet op twee manieren pijn lijden. Op zijn zitvlak en in de portemonnee. Het R-Design onderstel is namelijk behoorlijk hard, en dat kan je op lange afstanden tegen gaan staan. Verder is de meerprijs van het R-design pakket niet misselijk. In combinatie met alle andere opties die op onze rijk uitgeruste Summum-uitvoering zetten, had de geteste auto een prijs van ruim 50 mille. Voor een compacte premium ‘hot hatch’ is dat niet vreemd, maar rationeel gezien wel weinig auto voor veel geld. Een A3 of 1-serie met dergelijke prestaties en uitrusting zullen dit echter gemakkelijk weten te overtreffen.

Keren we terug naar de vraag die we ons in het begin stelden: spreken we hier van 'en Svensk het kläcka'? Voor een deel wel, voor een deel ook niet. Het R-design onderstel en de bodykit geven hem wel de uitstraling en rijeigenschappen van een Zweedse hot hatch. Toch is het soepele karakter van de motor en het ingetogen interieurdesign wellicht iets te braaf. Niet spannend genoeg voor een rasechte hot hatch althans. De vraag is of iemand die Volvo rijdt, of overweegt te gaan rijden, hierop zit te wachten. Wij denken dat de C30 T5 zonder R-design kenmerken de meest uitgebalanceerde en fijne auto oplevert, voor een vriendelijkere prijs.
Auteur: Gregory Weller
Fotografie: Luuk van Kaathoven
Deze test werd mede mogelijk gemaakt door:
Volvo Cars Nederland
Beesd
Testredacteur: Gregory Weller
Fotografie: Luuk van Kaathoven
Voor meer tests en rij-impressies, zie: Autogetest.nl